BTW en statiegeld op blikjes

Sinds 1 april 2023 zit er statiegeld op blikjes. Per blik(je) met een inhoud van 3 liter of minder wordt € 0,15 statiegeld in rekening gebracht. Het doel hiervan is om zwerfafval in het milieu te verminderen. Consumenten kunnen kiezen wat ze met hun statiegeld doen. Bij de meeste supermarkten of bemande tankstations langs de snelweg krijgen consumenten het statiegeld terug, maar consumenten kunnen de blikjes ook inleveren bij andere locaties zoals bioscopen en sportclubs. Deze locaties mogen zelf bepalen of ze het statiegeld uitkeren of doneren aan een erkend goed doel. Sportclubs mogen de opbrengst ook gebruiken om de eigen club te sponsoren. Enkel supermarkten groter dan 200 m2 en bemande tankstations langs de weg zijn verplicht om verpakkingen in te nemen en daarbij het statiegeld retour te geven.

De vraag komt op of deze wijziging ook relevant is voor de BTW-heffing. Een ondernemer dient namelijk BTW te voldoen over de vergoeding. Deze vergoeding is het totale bedrag dat voor de levering of de dienst wordt ontvangen, met uitzondering van de BTW. Voor het kunnen aanmerken van een bedrag als vergoeding is in elk geval noodzakelijk dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen dit bedrag en de levering of de dienst van de ondernemer. In beginsel behoort statiegeld ook tot deze te betalen vergoeding voor een blikje. De staatssecretaris van Financiën heeft in het verleden echter goedgekeurd dat de kosten van de normale verpakking, waarvan bij terugzending aanspraak op terugbetaling bestaat (zoals bij statiegeld), niet tot de vergoeding voor de BTW behoren. Dit is ook het geval als de terugzending uiteindelijk niet plaatsvindt. Kortom, het statiegeld loopt ‘neutraal’ en zonder BTW-heffing door de administratie heen.

Een speciale vermelding is op zijn plaats voor horecaondernemers. Zij hebben geen innameplicht, maar kunnen wel blikjes inzamelen en retour meegeven aan de groothandel om statiegeld te ontvangen. Het kan bovendien zijn dat de inkoopprijs van een blikje door het statiegeld(systeem) duurder wordt. Horecaondernemers zullen de kosten van dit statiegeld(systeem) doorberekenen en daarmee de verkoopprijs op blikjes verhogen om de winstmarge te behouden. Over deze winstmarge dient uiteraard wel de reguliere BTW te worden voldaan.

BTW bij een bedrijfsfeestje buiten de deur
De Wet op de omzetbelasting kent een aftrekbeperking voor horecabestedingen. De BTW die drukt op kosten voor eten en drinken dat ter plaatse wordt genuttigd door personen in het kader van een hotel-, café-, restaurant-, pension- en aanverwantbedrijf die daar een korte periode verblijven, is nooit aftrekbaar.

Wanneer er een bedrijfsfeestje georganiseerd wordt in een café en het bedrijf neemt daarvoor 100 glazen bier en 100 glazen wijn af, dan is de BTW die drukt op de kosten van deze drankjes niet aftrekbaar en telt het niet mee in het BUA. Let wel, wanneer een bedrijf deze kosten niet maakt als eindgebruiker en deze kosten doorbelast aan een andere ondernemer dan is deze BTW, onder voorwaarden, wel aftrekbaar. Voorwaarde is daarbij wel dat BTW in rekening moet worden gebracht en dat op de factuur vermeld moet worden dat het gaat om het verstrekken van spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse. Op basis van de factuur is dan duidelijk dat de afnemer geen recht heeft op aftrek van BTW op deze kosten, tenzij de afnemer ook geen eindgebruiker is en de goedkeuring eveneens mag toepassen.

De eventuele BTW op zaalhuur, overnachtingskosten en andere horecabestedingen is wel aftrekbaar en telt wel mee in het BUA.

Artikel van BTWadvies.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Martijn Betgem

Deze fiscale website heb ik gemaakt.

Ik ben al meer dan 20 jaar actief als recruiter binnen de fiscaliteit.

Mocht je als fiscalist een vraag over de fiscale arbeidsmarkt hebben. Neem contact met me op!